Veel middelbare tot oude katten hebben minder goed werkende nieren, wat nierinsufficiëntie of nierfalen genoemd wordt. Dit is een progressieve ziekte, waarbij er in het beginstadium nog weinig te merken is aan de kat. Als er symptomen ontstaan, zoals meer drinken en grotere plassen doen dan voorheen, braken, diarree, verminderde eetlust, vermagering en het krijgen van een mottige vacht, dan is het nierfalen vaak al in een vergevorderd stadium. Het nadeel van nierfalen is dat er geen vernieuwing kan plaatsvinden van dat gedeelte van de nieren wat ‘kapot’ is: eenmaal ‘kapot’, blijft ‘kapot’. We kunnen chronisch nierfalen dan ook helaas nooit genezen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat de progressie stopt of minder snel gaat, en dat de kat zich lekkerder gaat voelen.
Vaak wordt er met bloedonderzoek gekeken of er sprake is van nierfalen; de nierwaarden (ureum en creatinine) worden dan bepaald. Echter, het nadeel van deze methode is dat de nierwaarden in het bloed pas verhoogd zijn als meer dan 75% van de nieren disfunctioneert, dit is dus heel laat in het ziekteproces! Daarnaast zie je ook een stijging van de nierwaarden in het bloed als de kat uitgedroogd is.
Beter is het om de urine te controleren. Als je dit doet dan is nierfalen in een veel vroeger stadium te diagnosticeren.
Ons advies zou zijn om bij katten vanaf de leeftijd van 7 jaar 2 á 3 keer per jaar preventief een urineonderzoek uit te laten voeren in onze kliniek.
U hoeft enkel urine af te geven van uw nuchtere kat, dat wil zeggen dat hij of zij 12 uur niet heeft gegeten.
Wij zullen de urine in de kliniek met de aanwezige laboratoriumtechnieken onderzoeken en u ontvangt dezelfde dag de uitslag telefonisch of via de mail.
De kosten hiervan zijn € 27,00.
Om urine te verzamelen, verkopen wij in de kliniek speciale kattenbakkorrels die geen vocht opnemen en zo het opvangen vergemakkelijken.